Grillworst Wellington

1. Eerst maken we een ‘duxelles’, een klassieker in een Wellington: een smeuïge mix van champignons en sjalot.
2. Pel en snipper de sjalot en de knoflook heel fijn, zet opzij.
3. Maak de champignons proper en snij ook deze in héél fijne stukjes. Je kan ze eerst in grove stukken snijden en dan met een scherp chefmes met wiegbewegingen fijn maken.
4. Smelt boter in een pan.
5. Stoof sjalot en look glazig.
6. Voeg twee takjes verse tijm toe
7. Voeg de fijngehakte champignons toe.
8. Bak alles op een zacht vuurtje droog (heel belangrijk, anders wordt het bladerdeeg zompig).
9. Kruid met peper en zout.
10. Leg 2 vellen keukenpapier op een bord en laat de duxelles daarop afkoelen, in de koelkast.
11. Leg een vel vershoudfolie op je werkblad.
12. Schik telkens 5 sneetjes Ardeense ham licht overlappend tot een rechthoek, ongeveer even breed als de stukken grillworst.
13. Smeer een klein beetje graantjesmosterd uit op de hamplakjes.
14. Smeer de ham dun in met de afgekoelde duxelles. We maken 2 Wellingtons, gebruik dus telkens de helft.
15. Leg de grillworst onderaan op het bedje van ham & duxelles.
16. Rol alles strak op met behulp van de folie — zoals een stevige sushirol. Er mag natuurlijk geen folie tussen de rollade zitten, enkel errond.
17. Laat 30 minuten opstijven in de koelkast.
18. Verwarm ondertussen de oven op 200 graden.
19. Leg telkens 2 vierkantjes bladerdeeg een beetje overlappend op elkaar.
20. Haal de grillworstrol uit de folie en leg in het midden.
21. Rol het bladerdeeg strak eromheen.
22. Duw de naden goed dicht (naad onderaan).
23. Bestrijk met losgeklopte eidooier.
24. Leg de Wellingtons op een met bakpapier bedekte ovenrooster, met de ‘naad’ onderaan.
25. Gaar een half uurtje in de oven. Het bladerdeeg moet mooi goudbruin en krokant zijn, onze binnenkant is al helemaal gaar, dus kijk gewoon naar het bladerdeeg.
26. Laat 5 minuten rusten op een rooster voor je hem aansnijdt.

Smakelijk!